Waarom een bedrijfsoordeel?

De voormalige afsluitende verklaring maakte geen duidelijk onderscheid tussen bedrijven die op het moment van controle de cao goed naleven en bedrijven die dit pas doen na controle of dwang door Sociaal Fonds Mobiliteit.

Fouten moesten weliswaar hersteld worden om oneerlijke concurrentie tegen te gaan, maar zodra dat was gebeurd kreeg het bedrijf de afsluitende verklaring alsnog. Soms moesten we naleving en correctie met juridische dwangmiddelen afdwingen. Dit deed geen recht aan de goede bedrijven die de cao correct toepassen. Om het onderscheid duidelijker te maken vermelden we sinds 1 november 2011 het bedrijfsoordeel. Dat geeft aan in welke mate het bedrijf de cao naleeft.

Bezwaarcommissie SFM

Als opdrachtgevers bij aanbestedingen een “voldoende” eisen kan het bedrijfsoordeel van Sociaal Fonds Mobiliteit grote gevolgen hebben voor de bedrijven. Mocht een bedrijf het oneens zijn met het bedrijfsoordeel, dan kan het bezwaar maken. Het bezwaar moet tijdig worden ingediend en gegrond worden verklaard. Daarna wordt het behandeld door de onafhankelijke bezwaarcommissie SFM. Deze bestaat uit een vertegenwoordiger van werkgevers, een vertegenwoordiger namens de vakbonden en een onafhankelijk voorzitter.

Systematiek

Hoe voeren wij het onderzoek uit en waar kijken wij specifiek naar? Bepaalde overtredingen wegen zwaarder dan andere bij de bepaling van het bedrijfsoordeel. U kunt een voldoende of onvoldoende krijgen. En wat kunt u doen als u een onvoldoende krijgt?

Hoe komt het oordeel tot stand?

Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Met dit in het achterhoofd is het onderscheid tussen een voldoende of een onvoldoende gebaseerd op het feit of het incidentele of structurele fouten betreft. Incidentele fouten kunnen voortkomen uit onachtzaamheid in combinatie met de soms gecompliceerde cao-bepalingen. Structurele fouten daarentegen zijn in omvang vaak groter en brengen een navenant groter concurrentievoordeel met zich mee. Een structurele fout veronderstelt ook dat het geen onachtzaamheid is. Wij hebben daarom de opzet van de controle flink onder de loep genomen en de systematiek en weging aangepast.

Er zijn twee soorten beoordelingen: een voldoende of een onvoldoende. Het verschil wordt bepaald in de mate waarin de cao structureel wordt overtreden. Incidentele c.q. individuele gevallen zijn minder ernstig. Maar structurele fouten worden als ernstig beschouwd. Vanaf drie ernstige overtredingen is het bedrijfsoordeel een onvoldoende.
Daarnaast bestaat een categorie zeer ernstige overtredingen. Eén zeer ernstige overtreding leidt ook tot een onvoldoende.

De mate van ernst van een overtreding wordt bepaald op basis van de beoordelingsmatrix


Recidive

Ontvangt een bedrijf een bedrijfsoordeel ‘voldoende’ met één of twee ernstige overtredingen? En scoort het bedrijf bij de eerstvolgende controle (gemiddeld twee jaar later) op diezelfde kernbepaling(en) weer minimaal een ernstige overtreding? Dan leidt deze herhaling (recidive) tot een zeer ernstige overtreding. Hierdoor wijzigt het bedrijfsoordeel in een ‘onvoldoende’. Daarnaast betaalt het bedrijf de kosten van deze cao-controle. Krijgt het bedrijf een bedrijfsoordeel ‘onvoldoende’? Dat betaalt het bedrijf het eerstvolgende onderzoek daarna altijd zelf (gemiddeld een jaar later).
 

Kernbepalingen

Overtredingen worden per kernbepaling gewaardeerd, waarbij tussen kernbepalingen onderling niet verrekend kan worden. Indien een overtreding leidt tot een nabetaling, dan mag deze betaling niet worden verrekend met vergoedingen die boven cao zijn verloond.
Bijvoorbeeld:

  • Het niet toekennen van 20% toeslag op overuren, waarbij het loon 20% boven cao ligt. In dit geval leidt dit tot een overtreding op kernbepaling 7 (vergoeding meer-/overuren).
  • Het structureel te laag inschalen van loon, waarbij een eindejaarsuitkering wordt toegekend. Ondanks dat de hoogte van deze uitkering dekkend kan zijn voor het te weinig betaalde loon, leidt dit tot een overtreding op kernbepaling 1 (functieloon).

Daarnaast kunnen op één kernbepaling ook twee overtredingen van toepassing zijn. Bijvoorbeeld:

  • Zowel het loon te laag toekennen als het loon te laat betalen.
  • Zowel geen vakantietoeslag toekennen over uitbetaalde meer-uren als de vakantietoeslag te laat betalen.

 

Onderzoeksmethode

Wij baseren ons onderzoek naar de naleving van de cao op een steekproef. De grootte van de steekproef is de wortel van het totaal aantal werknemers waar de kernbepaling betrekking op heeft. In het geval van bijvoorbeeld loon, vakantiedagen en vakantietoeslag is dit vrij eenvoudig. Deze kernbepalingen zijn bij iedere werknemer van toepassing. Gaat het over kernbepalingen die alleen bij een deel van de werknemers voorkomen? Dan dienen deze werknemers apart in kaart gebracht te worden. Dit noemen we een deelregistratie.

Bijvoorbeeld:
Niet iedere werknemer is over de controleperiode ziek geweest, maar dat verzuim heeft plaatsgevonden is zeer aannemelijk. Om hierop steekproefsgewijs te kunnen controleren (en ook een minimum aantal te controleren ziektegevallen te kunnen vaststellen) is het noodzakelijk dat een overzicht aanwezig is, met daarop de werknemers die ziek zijn geweest tijdens de controleperiode en vermelding van de periode(n) die het per werknemer betrof.
 

Een onvoldoende, wat nu?

Indien het bedrijfsoordeel onvoldoende is, wordt dat aan het bedrijf bekend gemaakt als een voorgenomen besluit. Dat betekent dat het bedrijf, indien gewenst, tien werkdagen heeft om schriftelijk te reageren. Als het bedrijf niet reageert, blijft het bedrijfsoordeel zondermeer ongewijzigd. Sociaal Fonds Mobiliteit zal een reactie inhoudelijk beoordelen. Daarna volgt het definitieve oordeel.

Krijgt een bedrijf een onvoldoende en wordt een eventueel bezwaar ongegrond verklaard, dan is het bedrijf normaal gesproken na een jaar weer aan de beurt voor een controle. Het is echter mogelijk om al na een half jaar – aansluitend op de laatste controleperiode - een herstelcontrole aan te vragen bij SFM. Het bedrijf krijgt dan eerder de kans om aan te tonen dat het de cao goed naleeft. Maakt het bedrijf van deze versnelde procedure gebruik? Dan dient het wel zelf de kosten van het onderzoek te betalen. 

Let op: een herstelcontrole kan alleen worden ingepland voor zover het vorige cao-onderzoek (waarvoor SFM het oordeel onvoldoende had afgegeven) ook daadwerkelijk helemaal is afgerond.

Deelregistraties

Wat verwachten wij van u? Voor uw bedrijfsvoering heeft u een goede administratie nodig. Wij hebben deze ook nodig voor onze controles. Tijdens ons onderzoek vragen wij u om een aantal (deel-)registraties te tonen:

Personeelsgegevens

Om een juiste inschaling van het loon te kunnen bepalen, zijn gegevens nodig zoals functie, type arbeidsovereenkomst (fulltime, parttime of M.U.P.-kracht), datum indiensttreding, behaalde diploma’s (CCV/SKKP) en ervaringsjaren.
 

Inzichtelijke urenadministratie voor:

  • het onomstotelijk vaststellen van de arbeidstijd voor rijdend- en niet rijdend personeel. Handig zijn urenlijsten per werknemer, waaruit de dagelijkse arbeidstijd blijkt. Deze urenlijsten zijn het resultaat van de week- en rittenstaten. Deze moeten onderling op elkaar aansluiten. Let op, ook cursusuren zijn onderdeel van arbeidstijd.
  • het bepalen of er sprake is van meer-/ of overuren en of compensatie van gewerkte uren op feestdagen van toepassing is.
  • loondoorbetaling bij ziekte voor zowel fulltimers, /parttimers als M.U.P.-krachten. Om de hoogte van het loon tijdens ziekte te kunnen bepalen, is het noodzakelijk inzicht te hebben in het aantal uur dat de werknemer 13 weken voorafgaand aan de ziekte heeft gewerkt. Op basis hiervan wordt het laatst-verdiende loon vastgesteld. Ook meer- en overuren maken deel uit van het laatstverdiende loon.
  • een eventuele provisieregeling. Een provisieloon moet namelijk minstens gelijk zijn aan het loon waarop de werknemer recht heeft volgens de cao. Om te kunnen bepalen wat het loon over een bepaalde periode volgens cao zou zijn, moet bekend zijn hoeveel uur de werknemer over die periode heeft gewerkt. Valt het provisieloon lager uit dan het berekende cao-loon, dan heeft de werknemer recht op bijbetaling tot het loon volgens cao.

Normtijden

Bij het gebruik van normtijden moet duidelijk zijn welke 14 dagen als basis hebben gediend voor het registreren van de tijd die is gemoeid met het rijden van de route. Het is van belang dat de registratie inzichtelijk is. Op basis hiervan wordt de normtijd (schriftelijk) vastgelegd en door beide partijen ondertekend. De tijd besteed aan andere werkzaamheden, waaronder tanken en schoonmaken, wordt niet genormeerd. Dit wordt afzonderlijk als arbeidstijd geteld en dus ook afzonderlijk in de loonadministratie opgenomen. Op de website van Sociaal Fonds Mobiliteit vindt u een rekenmodel voor de bepaling van normtijden en de jaarurenregeling.

Jaarurenregeling

Maakt u gebruik van de jaarurenregeling? Dan is het van belang dat u per betalings-periode bijhoudt hoeveel uur gewerkt en hoeveel uur verloond is. Zo kunt u bepalen of u in augustus meeruren volgens deze regeling moet uitbetalen. Heeft u werknemers die naast de jaarurenregeling ook nog andere werkzaamheden verrichten? Dan horen deze uren maandelijks vergoed en dus ook apart geregistreerd te worden.

Vakantiedagen

De werknemer hoort jaarlijks een vakantiekaart van u te ontvangen, tenzij de loonspecificatie het tegoed aan vakantiedagen vermeldt. In beide gevallen moet inzichtelijk zijn hoeveel vakantiedagen in enig jaar is toegekend, hoeveel vakantiedagen zijn meegenomen van een vorig jaar, hoeveel vakantiedagen in enige periode is genoten en wat het saldo bedraagt. Betaalt u meeruren uit in geld? Dan is het van belang dat u hierover ook verlof toekent. Dit geldt ook wanneer u het saldo uren in tijd in januari uitbetaalt. In plaats van vakantiedagen kunt u ook verlofuren toekennen. Zeker in het geval van parttimers met een wisselend aantal te werken uren per dag kan het gebruik van verlofuren in plaats van vakantiedagen inzichtelijker zijn.
Het is overigens niet toegestaan het saldo aan uren in tijd op te nemen in het saldo van het aantal vakantiedagen. Beide registraties dienen gescheiden gevoerd te worden.

 

Scherpe controle op verplichte registraties volgens cao

De cao Zorgvervoer en Taxi eist een aantal aparte registraties, waarop Sociaal Fonds Mobiliteit expliciet controleert. Zodra wij constateren dat deze registraties ontbreken, kan dat direct van invloed zijn op het bedrijfsoordeel. Het gaat hierbij om de volgende bepalingen:

  • Op het moment dat een werkgever niet overgaat tot tredeverhoging doet hij daarvan schriftelijk mededeling aan de werknemer.
  • De werknemer dient op 1 januari van ieder kalenderjaar schriftelijk aan te geven of hij zijn meer-/ of overuren in geld of in tijd vergoed wil hebben. Daarnaast moet de werkgever minimaal eens per drie maanden een overzicht van het opgebouwde urentegoed verstrekken, waarbij eventuele opnames van uren en het saldo vermeld worden.
  • De werkgever is verplicht de door de werknemer opgenomen respectievelijk aan hem uitbetaalde vakantiedagen bij te houden. Deze aantekening wordt door de werknemer geparafeerd. Ook onbetaald verlof dient op een dergelijke wijze geadministreerd te worden.
  • De werkgever is bevoegd bij de 1e, 2e en 3e ziekmelding binnen één kalenderjaar één wachtdag en bij de 4e ziekmelding en volgende binnen één kalenderjaar twee wachtdagen toe te passen. Registratie van wachtdagen dient door de werkgever schriftelijk te gebeuren.
  • Werknemer maakt jaarlijks, voor 1 januari, schriftelijk (of per email) kenbaar of hij eventueel te werken feestdagen in tijd of in geld gecompenseerd wil hebben.
  • Overuren/meeruren mogen tot maximaal 60 uren meegenomen worden naar het volgende kalenderjaar, indien werknemer dit bij de werkgever voor 1 januari schriftelijk (of per email) kenbaar maakt. Indien de werkgever schade op de werknemer wil verhalen, dan is dat alleen mogelijk als deze schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. In deze situatie moet de werkgever:
  • aan de werknemer binnen één maand nadat hij van de gebeurtenis kennis heeft genomen schriftelijk meedelen dat hij vergoeding van de schade zal eisen;
  • het bedrag van de schade zo snel mogelijk vaststellen, doch uiterlijk binnen één jaar nadat hij van de gebeurtenis kennis heeft genomen.

Bedrijven met bedrijfsoordeel 'voldoende'

Sociaal Fonds Mobiliteit voert cao-controles uit bij bedrijven. Na afronding van het onderzoek geeft Sociaal Fonds Mobiliteit een bedrijfsoordeel af. Het bedrijfsoordeel kan ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ zijn. Bedrijven met een 'voldoende' worden vermeld in een overzicht.

Bedrijven krijgen het bedrijfsoordeel als officieel document toegestuurd. Met dit document kunnen zij aantonen wanneer het bedrijf voor het laatst door Sociaal Fonds Mobiliteit is gecontroleerd. En wat het bedrijfsoordeel was. Bedrijven dienen over een bedrijfsoordeel ‘voldoende’ te beschikken voor het aanvragen van het TX-Keurmerk. Daarnaast wordt geregeld een ‘voldoende’ als eis gesteld bij een inschrijving op een aanbesteding. Opdrachtgevers kunnen hiernaar vragen. Sociaal Fonds Mobiliteit biedt opdrachtgevers de mogelijkheid om in te zien welke bedrijven een bedrijfsoordeel ‘voldoende’ hebben ontvangen.

Overzicht bedrijven met bedrijfsoordeel ‘voldoende’

Conform de meest recente cao-afspraken publiceert Sociaal Fonds Mobiliteit een overzicht van bedrijven die het bedrijfsoordeel ‘voldoende’ hebben ontvangen. Met daarbij vermeld de meest recente afgiftedatum. Het overzicht met bedrijven staat gerangschikt op KvK-nummer. Wekelijks plaatst Sociaal Fonds Mobiliteit een actueel overzicht op deze pagina.

>> Naar het overzicht (bijgewerkt tot 27 mei 2025)

Staat een bedrijf niet in het overzicht?

Er zijn diverse mogelijkheden. Het laatst afgegeven bedrijfsoordeel kan een ‘onvoldoende’ zijn. Het kan een nieuw bedrijf zijn; deze wordt na een jaar voor het eerst gecontroleerd. Zodra een bedrijf niet langer onder werkingssfeer valt, wordt het bedrijfsoordeel niet meer gepubliceerd. Tenslotte als een bedrijf is beëindigd (uitgeschreven KvK) of failliet is verklaard, wordt het bedrijfsoordeel ook niet langer gepubliceerd.

Iets onduidelijk?

Heeft u als opdrachtgever vragen over een bedrijfsoordeel van een bedrijf? Neemt u dan contact op met onze afdeling cao-controle (tel. 0345 - 478 472).