8.6.1 Budget voor inzet kaderleden
CAO – partijen komen overeen om, ten laste van de reserves van SFM, een budget ad € 20.000, - per jaar gedurende de looptijd van deze CAO ter beschikking te stellen voor de inzet van kaderleden door vakbonden. De betaling geschiedt op basis van declaratie via het SFM.
Het budget wordt door de vakbonden aangewend voor het vrijmaken van kaderleden ten behoeve van vakbondsactiviteiten. Door de vakbond wordt bij de werkgever waarbij het kaderlid werkzaam is, welke verlof wil aanvragen ten behoeve van deze vakbondsactiviteiten, het verlof aangevraagd. De werkgever kan vervolgens bij de vakbond het uitbetaalde verlof declareren.
8.6.2 Digitaal boek Arbeidsrecht en taxi
Partijen hebben een apart digitaal boek Arbeidsrecht en taxi opgesteld, onder leiding van een onafhankelijk jurist/advocaat. De inhoud van het boek heeft betrekking op voor werkgevers en werknemers relevante wet- en regelgeving rondom het arbeidsrecht. Partijen spreken af dat het boek Arbeidsrecht en taxi voor 1 juli 2023 wordt geactualiseerd.
8.6.3 Veranderingen in wet- en regelgeving
In geval van veranderingen in wet- en regelgeving in Nederland, die van invloed zijn op de inhoud van deze overeenkomst, is de meest gerede partij gerechtigd tijdens de duur van de overeenkomst wijzigingen van de overeenkomst, welke met deze veranderingen in verband staan, aan de orde te stellen. Partijen zijn in deze gevallen verplicht de aan de orde gestelde wijzigingsvoorstellen in behandeling te nemen. Partijen komen voorts overeen dat vervolgens in gezamenlijk overleg zal worden nagegaan of en zo ja, op welke wijze een aanpassing van de overeenkomst zal worden doorgevoerd, met inachtneming van de geldende afspraken rondom het wijzigen van deze overeenkomst, om de aanpassing formeel daadwerkelijk te kunnen realiseren.
8.6.4 Evaluatie CAO’s
Partijen komen overeen dat de gemaakte afspraken in de CAO Zorgvervoer en Taxi en de CAO SFM jaarlijks worden geëvalueerd. Partijen maken nog nadere afspraken over de wijze waarop de evaluatie uitgevoerd moet worden en op welke onderdelen de Cao’s geëvalueerd moeten worden. Er zal in ieder geval een evaluatie plaatsvinden over de aangepaste regeling verloonde tijd. SFM zal gevraagd worden de evaluatie uit te voeren. Partijen komen voorts overeen dat de uitkomsten van de evaluatie zullen worden besproken. En dat vervolgens in gezamenlijk overleg zal worden nagegaan of en zo ja, op welke wijze een aanpassing van de overeenkomst zal worden doorgevoerd, met inachtneming van de geldende afspraken rondom het wijzigen van deze overeenkomst, om aanpassing formeel daadwerkelijk te kunnen realiseren.
8.6.5 Nadere besluiten CAO’s
Partijen kunnen t.a.v. de inhoud van de CAO Zorgvervoer en Taxi en de CAO SFM nadere besluiten nemen. Werkgevers en werknemers zijn vervolgens gehouden aan deze besluiten.
8.6.6 Procesafspraak perspectief op de toekomst
Achtergrond en aanleiding
Partijen constateren dat
· In de cao-taxivervoer met een looptijd van 1 januari 2021 t/m 31 december 2021 een passage is opgenomen in het kader van het zoveel mogelijk behouden van werkgelegenheid in de sector.
· Een onderdeel daarvan was om in gezamenlijkheid te komen tot een arbeidsmarktagenda voor de toekomst
· Partijen een gezamenlijke visie nog steeds van belang vinden, en daarom opnieuw een procesafspraak hierover maken.
Een belangrijke aanleiding om dat te doen is dat de mobiliteitsmarkt aan veranderingen onderhevig is. De gedachte MaaS (Mobility as a Service) lijkt, op termijn, een belangrijke rol te gaan spelen in onze sector. In de transitie van aanbodgericht vervoer naar steeds meer vraaggestuurd vervoer en vervolgens naar een volledig MaaS georiënteerde mobiliteitsmarkt, zullen in de komende jaren steeds meer tussenvormen op de markt verschijnen. Denk daarbij aan de rol van “Zorgvervoer en Taxi” als vervanging van Openbaar Vervoer (OV) in rurale gebieden, het verzorgen van vervoer van en naar OV (knooppunten) door onze sector. De huidige maatschappelijke rol van de sector is tevens van belang. Ook vraagstukken over wat er wel en niet onder taxi en de werkingssfeer van de cao-taxivervoer valt, zullen meer naar voren (kunnen) komen.
Daarnaast heeft de coronacrisis de nodige gevolgen gehad op de mobiliteitsbranche in Nederland. Zo is er bijvoorbeeld minder budget beschikbaar waardoor kritisch gekeken wordt of in bepaalde gebieden een ov-bus nog blijft rijden, of dat er ingezet moet worden op meer vraaggestuurd vervoer. Dat is van invloed op het zorg- en taxivervoer en biedt ook perspectief voor de sector. Eveneens speelt dat er een flinke krapte op de arbeidsmarkt is en naar verwachting voorlopig zal blijven. Dat vraagt van werkgevers en werknemers inspanning om ervoor te zorgen dat de veelal kwetsbare doelgroep op een kwalitatief goed manier vervoerd kan blijven worden.
Studie en toekomstvisie
Partijen willen een studie (laten) uitvoeren naar de ontwikkelingen die relevant zijn voor de zorgvervoer en taxisector voor de komende 2 tot 5 jaar. Met als doel te komen tot een gezamenlijke visie voor de toekomst en in het bijzonder het onderzoeken van de mogelijke gevolgen daarvan voor de arbeidsmarkt in onze sector en de daarbij behorende arbeidsvoorwaarden. Onderwerpen als flexibiliteit, inkomenszekerheid, leefbaar inkomen en het blijven ontwikkelen van werknemers middels functiegerichte scholing zullen daarin ook worden betrokken. De arbeidsmarkt moet gezien de ontwikkelingen toekomstbestendig zijn en de sector moet aantrekkelijk zijn voor werknemers waarbij de aspecten kwaliteit, zekerheid en professionaliteit een belangrijke rol spelen.
Instellen werkgroep
Partijen stellen een werkgroep in om tot de studie en opzet van de gezamenlijke visie alsmede de daar aan verbonden voorwaarden en uitgangspunten te komen:
1. De werkgroep bestaat uit maximaal 8 leden waarvan 4 leden namens werkgevers en 4 leden namens werknemers.
2. De werkgroep wordt ondersteund door de secretaris van Cao partijen. De werkgroep staat onder leiding van SFM.
3. Het staat de werkgroep vrij om (extern) advies in te winnen t.b.v. van haar werkzaamheden, of nader onderzoek te laten doen.
4. De werkgroep maakt zelf een voorstel met benodigd budget (als externe deskundigheid moet worden ingehuurd), dat voor goedkeuring aan het bestuur SFM voorgelegd zal moeten worden.
5. De werkgroep draagt er zorg voor dat bij de totstandkoming van de visie achterbannen worden betrokken en geïnformeerd, zodat de visie een gedragen document is, en niet alleen een document is van de werkgroep.
Tijdspad
1. De werkgroep start haar werk zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor 1 februari 2022.
2. De werkgroep streeft ernaar en zal zich er voor inspannen om de gezamenlijke visie in juni 2023 af te hebben.
3. Partijen zullen vervolgens in gezamenlijkheid bespreken wat de consequenties van de visie zijn, welke actiepunten zij voor zich zien en willen uitvoeren en hoe deze, al dan niet, op termijn ook meegenomen worden in komende cao-onderhandelingen.